OPRICHTER EN ZEILVAARDER, WILLEM RUYS Jan Daniël zoon.

 

1. Het einde van de ‘Vereenigde Oost-Indische Compagnie

De teloorgang van de Vereenigde Oost-Indische Compagniegaf ruimte aan een nieuwe maritieme ontwikkeling.

Op 2e Kerstdag 1794, bijna 200 jaar na het begin van de VOC, viel het doek door een compleet faillissement. Dit werd veroorzaakt door de prijsstijging in Azië, in verband met de concurrentie met Engeland, personeelstekort en de 4e Engelse oorlog,

De VOC liep grote schulden op en werd in 1795 overgenomen door de stad Amsterdam hetgeen niet alleen het officiële einde van de VOC, maar ook het einde van 200 jaar Nederlands Zeevaartglorie betekende. Uiteraard zijn over de keerzijde van deze ‘glorie’ enkele pregnante kanttekeningen te plaatsen!

Rond de eeuwwisseling had het door Lodewijk Napoleon geregeerde Koninkrijk Holland volstrekt geen maritieme betekenis meer. In 1806 stelde broer keizer Napoleon Bonaparte het ‘Continentale stelsel’ in, hetgeen betekende dat geen handel met Engeland mocht worden gedreven, dit verlamde vervolgens de Hollandse havens en scheepvaart, een lange periode van Hollands glorie op de wereld zeeën was daarmee verleden tijd! Holland werd in 1810 bij het Franse keizerrijk ingelijfd, verloor haar laatste kolonie aan de Engelsen en armoede heerste alom.

2. Het begin van een nieuw tijdperk.

In 1813 werd de onafhankelijkheid van Nederland weer hersteld en in de periode dat Nederland er tien onafhankelijkheidsjaren erop had zitten, keerde het roemruchte Hollandse commerciële elan langzaam maar zeker weer terug. In 1824 werd de “Nederlandsche Handel-Maatschappij” opgericht en voor ondernemende jongelui was er in de grote stad weer werk.

3. Goede relatie met scheepsbouwer Fop Smit

.

Willem Ruys en Fop Smit hadden, ieder met hun eigen invalshoek, intensief met de scheepvaart van die dagen te maken. Het zal op de trekschuit van Amsterdam naar Rotterdam zijn geweest dat beide heren daarover een intensief gesprek hebben gehad. Na een bezoek van Willem aan de werf van Fop te Kinderdijk is de innige samenwerkingen begonnen en resulteerde in 1838 tot een opdracht van Willem Ruys voor een driemast-barkschip. De uiteindelijke Koninklijke Rotterdamsche Lloyd is dus in Kinderdijk geboren.

Fop Smit

…………………………

De werf van Fop Smit te Alblasserdam -1886

…………………………………………………………………………

 

Willem Ruys J. D. zn.

………………………….

4. De eerste zeilschepen

In november 1838 werd bij de Scheepswerf “Fop Smit” te Kinderdijk de kiel gelegd voor de eerste “Oostinjevaarder” van Willem Ruys J.D.zn., het driemast-barkschip: “Cornelis Wernard Eduard”. Willem Ruys J.D. zn. gaf met deze opdracht blijk van zijn belangstelling voor de vaart op Nederlands Indië.

Het eerste barkschip “Cornelis Wernard Eduard” – 1839

Het is verrassend te noemen dat de heer Ruys, datzelfde jaar (1840), nauwelijks vijf maanden na de tewaterlating van de “Cornelis Wernard Eduard”, ook al de kiel liet leggen voor het ……

Barkschip: “Jan Daniël” (1841), zijn vaders en eigen voornamen.

Het derde barkschip “Margaretha Ida” (1842) genoemd naar zijn in 1839 overleden zuster (helaas geen afbeelding!).

Het vierde barkschip “Jeanette” – 1842, genoemd naar zijn echtgenote.

Advertentie van Van Ulphen & Ruys uit de Rotterdamsche Courant van 10 october 1839.

5. Uitbreiding van de familie Ruys

Het complete gezin Ruys in 1847. Vlnr. Willem Ruys Jr., Jan Ruys,
vader-Willem Ruys Sr., moeder-Jeanette Ruys-Los en Daan Ruys.
.
Op 27 juni 1835 werd de oudste zoon van Willem Ruys J.D.zn. en zijn echtgenote Jeanette Ruys-Los geboren. De nieuwe telg werd genoemd naar zijn grootvader Jan Daniël Ruys. Hun tweede kind kwam op 17 maart 1837 ter wereld, het was opnieuw een zoon die naar zijn vader, dus Willem W. zn. ging heten. Tot slot zag op 25 juli 1841 de derde zoon, Daniël Theodorus Ruys het levenslicht.

6. Oprichting ‘Willem Ruys W. Zn.

Willem Ruys richtte, samen met zijn zoon, Willem Ruys W. zn., de firma Willem Ruys & Zonen op.

1 januari 1861 was een belangrijk jaar voor oprichter Willem Ruys J.D. zn., want op die dag nam hij zijn zoon, Willem Ruys W. zn. als deelgenoot in zijn zaken op. Uit de naam: Willem Ruys & Zonen kan men afleiden dat de oprichter meer dan één zoon in zijn firma wenste.

 

7. Oprichter Willem Ruys J.D. zn. geeft ‘het stokje’ over.

Op 15 maart 1867 treedt Willem Sr. officieel terug uit de zaken, maakt ruimte voor zijn zonen en gaat met zijn echtgenote Jeanette in Den Haag wonen. In 1868 worden de bevrachtings- werkzaamheden ondergebracht in een aparte firma: Ruys & Co.

Daniël Theodorus Ruys kreeg de leiding over dit bedrijf. Tot 1873 was Willem Ruys junior de enige firmant van de firma Willem Ruys & Zonen. In dat jaar trad Daan als firmant toe en werd Willem Jr. medefirmant van Ruys & Co.

Het tijdperk van de stoomvaart trad in, maar Vader Willem was daar, om diverse redenen nog niet aan toe. Wel zag hij dat de stoomvaart een ontwikkeling was die niet tegen te houden was. Hij liet het echter aan zijn zonen over om die omslag te maken. Ook de via het Suezkanaal verkorte afstand naar Nederlands Indië speelde daarbij een belangrijke rol. Vanaf 1870 ging Wm. Ruys & Zoonen zich bezighouden met de stoomvaart.

8. Overlijden van een groot reder.

Willem Ruys Jan Daniëlszoon werd, ondanks vele jaren met gezondheidsproblemen, ruim tachtig jaar. In de late avond van 5 augustus 1989 overleed hij in zijn woning te Den Haag en werd op 9 augustus begraven in het familiegraf op de Rotterdamse begraafplaats Crooswijk

 

ODE AAN ONZE OPRICHTER WILLEM RUYS JAN DANIËL ZOON.

………………..

Willem Ruys heeft zijn 40-jarige scheepvaartloopbaan in 1867 afgesloten. Als reder was hij in 1839 met één schip begonnen en in 1852 voeren niet minder dan dertien grote zeilschepen onder zijn directie, met voornamelijk bestemming: Nederlandsch Indië. Willem Ruys J. D. zn. toonde zich een groot koopman en groot reder.

Zijn zonen liet hij leerervaring opdoen in Antwerpen, Londen en Nederlandsch Indië, op tactische wijze verdeelde hij zo zijn interessen en uiteindelijke belangen. In zijn tijd was elk schip een afzonderlijke onderneming, Willem Ruys bezat liever één aandeel in twee schepen dan twee aandelen in één schip. Zo beperkte hij de risico’s die in de zeil- en stoomvaart overigens niet gering waren. Bovendien kreeg hij met deze ‘tactiek’ een zo groot mogelijk aantal schepen onder zijn directie.

Willem Ruys heeft, totdat zijn zonen de firma van hem overnamen, vastgehouden aan de zeilvaart, hij had daar diverse plausibele redenen voor:

a. door de geringe diepten van onze toegangshavens.

b. door de vaart rond Kaap de Goede Hoop (het Suezkanaal bestond toen nog niet) konden stoomschepen (nog) niet economisch worden gebruikt.

Willem Ruys zelf heeft het helaas nooit mogen weten dat zijn zeilvloot de basis vormde voor roemruchte opvolgers, als de “Stoomboot-Reederij Rotterdamsche Lloyd”, de “NV Rotterdamsche Lloyd” en de “Koninklijke Rotterdamsche Lloyd N.V.”.

De (Koninklijke) Rotterdamsche Lloyd speelde vervolgens een dominante/significante rol bij de oprichting van de scheepvaartmaatschappijen: ROTTERDAM, TRITON, Holland Bulk Transport (HBT), SMIT LLOYD, NASM (latere HAL), KPM, KJCPL, VNS en KONINKLIJKE NEDLLOYD.

Hiermee heeft Willem Ruys een significant positieve invloed gehad op de maatschappelijke ontwikkelingen in geheel Nederland. Hoe trots kunnen wij zijn!?
……………………………………………………………………………………

………………..