1. Hoe de Rotterdamsche Lloyd uit de Tweede Wereldoorlog kwam
De zware slagen van de Tweede Wereldoorlog heeft de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, weliswaar met de hulp van de Nederlandse overheid, opmerkelijk goed weten op te vangen. Tijdens de oorlog verloor de Rotterdamsche Lloyd vele opvarenden, die door de Vaarplichtwet moesten blijven varen, met doorgaans veel te weinig middelen om zich op zee te verdedigen. Het aantal schepen werd meer dan gedecimeerd: De Rotterdamsche Lloyd ging in 1940 de oorlog in met 31 zeeschepen waarvan het in 1945 nog maar 10 zeeschepen over had (- 63%)! zie mutatielijst hieronder.
.
.
.
2. 1947 – Het predicaat “Koninklijke”Ter gelegenheid van het in de vaart komen van het roemruchte vlaggenschip, ms Willem Ruys in november 1947 had het Hare Majesteit Koningin Wilhelmina behaagd de N.V. Rotterdamsche Lloyd het predikaat “Koninklijke” te verlenen (zie de oorkonde hieronder).
3. De volgende zware slag:De Koninklijke Rotterdamsche Lloyd raakt haar roots kwijt!De tweede zware slag voor de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd was na de Tweede Wereldoorlog een feit; Indonesië had zich van Nederland losgemaakt. Eind 1957 werd een politiek en economische offensief tegen Nederland en de Nederlandse belangen ontketend. Het spreekt vanzelf dat een zo op Indonesië afgestemd bedrijf als de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd zwaar en blijvend door de Indonesische maatregelen zijn getroffen. Deze rampzalige ontwikkeling zorgde er voor dat de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd haar roots in Indië kwijt raakte. Het ladingaanbod kwam al spoedig scherp onder de invloed van de Indonesische politiek, zodat een dramatische inkrimping van de diensten tussen Europa en Indonesië onvermijdelijk werd. Het passagiersvervoer naar Indonesië kwam op de uitreizen vrijwel onmiddellijk stil te liggen. In de thuiskomende richting ontstond daarentegen een grote, tijdelijke stroom van repatrianten, immers zo’n 300.000 personen moesten uiteindelijk naar Nederland worden vervoerd.
.
De basis viel dus onder de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd-passagierdienst weg, hetgeen o.a. betekende dat het ms Willem Ruys in mei 1958 uit de dienst tussen Nederland en Indonesië werd teruggetrokken. De ‘Ruys’ maakte vervolgens een drietal cruises en vervulde daarna twee extra afvaarten in de “Europa Canada Linie”. In datzelfde jaar werd de Willem Ruys grondig verbouwd en geschikt gemaakt voor een “rond-de-wereld” dienst. In april 1960 vaardigde Indonesië voor schepen onder Nederlandse vlag een totaalverbod uit tot het vervoer van passagiers en lading van en naar Indonesië. Toen het ms Kertosono (2) op 6 augustus 1960 van Tandjong Priok naar Nederland vertrok, kwam een definitief einde aan de diensten die de “Lloyd” gedurende een lange reeks van jaren tussen Indonesië en verschillende delen van de wereld had onderhouden.
In 1960 leidde de kwestie Nieuw Guinea er vervolgens toe dat er “onder geen beding” nog passagiers en lading met schepen onder Nederlandse vlag van en naar Indonesië mochten varen. Deze rampzalige ontwikkeling zorgde er voor dat de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd ook daar haar roots kwijt raakte. De kennis en ervaring die de diverse leden van de familie Ruys in honderdtwintig jaar hadden opgebouwd, konden op het historische Indië-traject niet meer worden gebruikt. Maar de voortvarende Ruys-familie gaf zich niet gewonnen en een verdere uitbreiding kwam in zicht.
4. De razendsnelle ontwikkeling in de luchtvaart was de derde horde die de Rotterdamsche Lloyd moest nemen!In 1908 werd de ‘Nederlandsche Scheepvaart Unie’ (een beschermingsconstructie), opgezet om de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd (KRL), Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN) en de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) tegen overvallen van buitenaf te beschermen. In het kort betekende het ook dat KPM de vaart binnen de Indische archipel exclusief voor zich had verkregen en dat de KRL en SMN zich op andere vaargebieden konden concentreren. Deze vaart werd vanaf het begin van de twintigste eeuw sterk uitgebreid met de ontwikkeling van de passagiersvaart hetgeen resulteerde in regelmatige en op elkaar afgestemde afvaarten vanaf Amsterdam en Rotterdam. De onstuimige ontwikkeling van de (passagiers-) luchtvaart was een regelrechte bedreiging voor het in de vaart houden van de Nederlandse lijn-passagierschepen. N.V. NEDLLOYD LIJNENEen zeer belangwekkende stap was de wederom nauwe samenwerking met de “Stoomvaart Maatschappij Nederland” (SMN) hetgeen leidde tot de oprichting van de “N.V. Nedlloyd Lines” (NLL)-1960.
Echter, de mondiale ontwikkelingen in lucht- en containervaart ontwikkelden zich zo rap dat de Nederlandse Scheepvaart Unie tegen 1970 weer van stal werd gehaald.
NSU – (KONINKLIJKE) NEDLLOYDEind jaren ’60 werd de Nederlandse koopvaardij geconfronteerd met een volgende bedreiging, namelijk de zich sterk ontwikkelende luchtvaart. Dit betekende een toenemende concurrentie vanuit het buitenland, oplopende exploitatiekosten en hoge investeringen in een snel groeiende containervaart. Om het hoofd boven water te kunnen houden was een hechte samenwerking tussen de grote Nederlandse rederijen noodzakelijk en onvermijdelijk. Zoals bekend werd begin 1970 door een viertal grote Nederlandse scheepvaartmaatschappijen de Nederlandsche Scheepvaart Unie (NSU) opgericht. Deze naam was in 1908 al eens eerder voor het samenwerkingsverband tussen RL, SMN en KPM gebruikt! De fuserende rederijen waren de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd (KRL), de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN), de Koninklijke Java-China Pakketvaart Lijnen (KJCPL) en (passief) de Vereenigde Nederlandse Scheepvaartmaatschappij (VNS). Enkele jaren later werd de naam veranderd in de Koninklijke Nedlloyd Groep. In 1981 sloot ook de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (KNSM) zich bij de groep aan.
Uiteraard betekende de geboorte van deze grote fusiemaatschappij het einde van de individuele rederijen.
1996 – Het Engelse P&O en de Nedlloyd gaan samenwerken. 2006 – De Deense rederij “Maersk Sealand” lijft voor 2,3 miljard Euro P&O-Nedlloyd in en wordt daarmee de grootste containerrederij ter wereld. Op dat moment had P&O-Nedlloyd 13.000 medewerkers in 146 landen in dienst en opereerde met 156 containerschepen. Dit betekende het definitieve einde van Hollands Welvaren, van een zeevaartnatie die er toe deed naar een zeevaartnatie die ‘geslagen’ achterbleef. In dat kader is het opvallend dat die ‘geslagenheid’ ook is terug te vinden in onderstaande Canon van Nederland. Het kan niet anders dat we ons hier niet bij neerleggen en u laten zien ook historici wat last hebben van uitgebalanceerd inzicht in de maritieme geschiedenis van Nederland. NAWOORD
Willem Ruys J.D.zn. Vanaf 1870 ging Wm. Ruys & Zoonen zich bezighouden met de stoomvaart en in 1869 al sprak Willem Ruys senior met zijn zonen over een scheepvaart lijn op New York. In september 1869 werd de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij (NASM), de latere Holland Amerika Lijn (HAL), opgericht en medio 1872 was de eerste afvaart op New York. Omdat de twee door de NASM bestelde schepen (de “Rotterdam” en de “Maas”) niet op tijd klaar waren, werd de allereerste afvaart op Amerika door een schip van Wm. Ruys & Zoonen, het ss Ariadne, uitgevoerd! In 1875 ontstond uit de trotse vloot van grondlegger, Willem Ruys J.D.zn. uiteindelijk de “Stoomboot-Reederij Rotterdamsche Lloyd”, de “NV Rotterdamsche Lloyd” en de “Koninklijke Rotterdamsche Lloyd N.V.”. De (Koninklijke) Rotterdamsche Lloyd speelde vervolgens een dominante/significante rol bij de oprichting van de scheepvaartmaatschappijen: ROTTERDAM, TRITON, HBT, SMIT LLOYD, NASM (latere HAL), KPM, KJCPL, VNS en KONINKLIJKE NEDLLOYD. Samenvattend: Wat de familie Ruys met o.a. de Koninklijke) Rotterdamsche Lloyd en al haar voorgangers, voor de Nederlandse scheepvaart, de Nederlandse samenleving en voor onze kolonie, Nederlands Indië heeft betekend, is van zeer grote invloed en dus van zeer groot belang geweest.
|