Nadat we in Melbourne emigranten hadden ontscheept waren we in November 1961 met het ss Waterman op de terugweg naar Rotterdam. We hadden passagiers aan boord, waaronder een aantal zogenaamde “spijtoptanten”, emigranten die in het nieuwe land niet konden aarden en vanwege heimwee weer teruggingen naar Nederland. We waren onderweg van Wellington naar Papeete om daar verse proviand in te nemen en olie te bunkeren toen de Baas-timmerman het kabelgat binnenkwam en me vertelde dat er een passagier overleden was. Het bleek een Engelsman te zijn, die zijn hele leven in Australië had gewerkt en nu zijn laatste dagen in Good-Old-England wilde slijten, een hartaanval werd hem fataal. De Kapitein stond nu voor een dilemma; moest hij de man een zeemansgraf geven, op Tahiti ter aarde bestellen of in een loden kist (die aan boord waren) naar Engeland brengen? Na telegrafisch overleg met het Lloydkantoor in Rotterdam en de familieleden van de overledene werd besloten hem op Tahiti te begraven. De Baas-timmerman maakte een mooie kist, en na “gekist” te zijn werd de Engelsman zolang in het ruim gezet. Op zondagmorgen 12 November kwamen we bij het prachtige Papeete (Tahiti) aan. Het koraalrif om het eiland, het witte strand met palmbomen en de bloemenpracht is niet iets wat je gauw zal vergeten!
Een half uur na aankomst kwam de Bootsman met de bootschap; “Mannen we moeten die Engelsman zelf begraven!” Wat was het geval; Tahiti is een Frans koloniaal eiland en die zondag was het de verjaardag van President Charles de Gaulle. Dit betekende dat in alle Franse gebieden een Nationale Feestdag werd gevierd en een feestdag voor een Tahitiaan betekent niet werken en zeker geen Engelsman begraven. Nadat ik, als Kabelgast, eerst nog een paar dikken touwen, om de kist te laten zakken, uit het kabelgat had meegenomen gingen we met z’n zessen; de 1e Stuurman, de Dokter en vier Matrozen met twee taxi’s achter de begrafenisauto aan, op weg naar de begraafplaats. Het kerkhof was erg idyllisch gelegen tegen een heuvel met prachtige bloemen en bomen. Met z’n vieren droegen we de kist langs smalle paadjes naar een vers gegraven graf. Het zat ons echter niet mee want toen we de kist naast het graf zetten, bleek dit een halve meter te kort te zijn. De Engelsman was nogal lang en die lengte waren ze daar kennelijk niet gewend. Na moeizaam een paar spaden gezocht te hebben en we het graf hadden vergroot, kon de eigenlijke begrafenis beginnen.
Terwijl de 1e Stuurman zijn prevelementje hield, lieten we de kist langzaam zakken. Nadat de Dokter nog wat foto’s had gemaakt, gingen we terug naar de haven, waar ons een extra borrel en een bedankje van de Kapitein wachtte. Drie weken later waren we via het Panama kanaal weer thuis. Ik kwam op de “Merwe Lloyd” terecht en na een half jaar weer terug in Rotterdam. Voordat ik afmonsterde, moest ik nog even bij de Heer de Haan langs komen. Daar hoorde ik dat de Engelsman die we op Tahiti begraven hadden een broer had in Kenia, waar ze alle spullen van de overledene naartoe hadden gestuurd, waaronder de overlijdensakte en foto’s van onder andere de begrafenis. De man was zo dankbaar dat we zijn broer een behoorlijke begrafenis hadden gegeven dat hij voor iedereen op de foto, een bedankbriefje en een beloning van 5 pond had gestuurd! ‘s Avonds heb ik het glas nog een keer geheven op de man, die zo ver van huis, zijn laatste rustplaats vond!
Jan den Heijer
Oud KRL-Kabelgast – Baarn