EEN TWEELUIK OVER TWEE LLOYDSCHEPEN

 

Merwe Lloyd – 17 april 1967 tot 23 januari 1968 – Zit mijn jasje goed, zit mijn dasje goed, vader gaat op stap.

Ons schip (ik weet niet meer welk schip) lag in Longview op de grens van Washington en Oregon hout te laden voor Saoedi Arabië. In die tijd werd daar zaterdag en zondag niet gewerkt, dus dat werd stappen geblazen. Twee bemanningsleden hadden voor dit weekeind een rode Ford Mustang  gehuurd.  

De heren wilden op stap. Ze vroegen de Ladingklerk of er in buurt een leuke tent was waar ze konden dansen, maar geen snollentent. De ladingklerk wist wel een gezellige gelegenheid, maar dan moet je wel een auto hebben, deze gelegenheid is ongeveer 15 km hier vandaan. Hij had de auto al zien staan. “Geen probleem” vertelde de stappers, “wij hebben een auto”. “Nu”,  zei de Ladingklerk, “als jullie hier de stad uitrijden dan kom je vlak voor de volgende stad een spoorwegovergang tegen. Daarna doorrijden en dan moet je door een tunnel. Vlak achter deze tunnel moet je rechts af, daar is de gelegenheid waar je moet zijn. Voor de ingang staat dan een vent te schreeuwen dat je niet naar binnen mag, maar met zo’n prachtige Ford Mustang rij je gewoon door”. “Zit mijn jasje goed, zit mijn dasje goed, vader gaat op stap!”. Ze rijden de stad uit, over de spoorwegovergang en door de tunnel. Gelijk rechtsaf een daar stond inderdaad een  vent te schreeuwen. 

De stappers waren bij een vrouwengevangenis aangekomen.  

Martin Beker, Oud Lloyd-WTK

 

ss Overijsel en diarree- 1968

Wij vertrokken met het ss Overijsel uit Rotterdam naar de Oostkust van Afrika. Zowel op de heen als de terugreis hadden wij passagiers aan boord. Op een zekere dag werden enige passagiers ziek, diarree. De Hofmeester werd bij de kapitein ontboden er kreeg daar te horen dat de kok de groente beter moest wassen. De diarree ging weer over maar op de terugreis gebeurde weer het zelfde echter met andere passagiers. Nu moest zowel de Hofmeester als de Kok verschijnen. De Kok was boos, hij waste de groente heel zorgvuldig.

Na een paar dagen waren de passagiers weer gezond en in Rotterdam gingen ze van boord.

Op de kustreis gingen wij in Hamburg in dok. De drinkwatertank onder de machinekamervloer werd daar schoongemaakt. Een man die in de drinkwatertank aan het schoonmaken was kwam naar mij toe om te vragen of wij het water wat nog steeds in de drinkwater stroomde konden stoppen. Ik kroop ook door het mangat naar binnen en zag daar tot mij verbijstering dat de machinekamer vloer doorgerot was en bilgewater (het water van de machinekamervloer) in de drinkwater tank stroomde. Het probleem van groentewassen was hiermee opgelost.     

Martin Beker, Oud Lloyd-WTK