Eerste Wereldoorlog

 

1914 – DONKERE WOLKEN BOVEN EUROPA – 1918

Opgeschrikte Europeanen zochten koortsachtig naar een uitweg om de dereigende catastrofe te elfder ure af te wenden, maar zoals reeds vaak in de geschiedenis der wereld, werd het ook ditmaal spoedig duidelijk dat de ontwikkeling der gebeurtenissen uit de hand gingen lopen van die regeerders, die de voltrekking van het noodlot wellicht nog hadden kunnen stuiten.

 

Oorlogsverklaringen

Verdragen tussen de verschillende landen, juist bedoeld om oorlog te voorkomen, begonnen in tegenovergestelde richting te werken. Oostenrijk-Hongarije dat het kleine Servië aansprakelijk stelde voor de moord op Aartshertog Frans Ferdinand door Gavrillo Princip, zond op 23 juli 1914 aan dit land een scerp ultimatum. Toen dit ultimatum niet werd aanvaard, verklaarde Oostenrijk-Hongarije, geruggesteund door Duisland, aan Servië de oorlog.

Daarna volgden de gebeurtenissen elkaar snel op. Rusland stelde zich achter Servië en mobiliseerde haar troepen. Duisland kwam hiertegen in verzet en verklaarde op 1 augustus Rusland en Frankrijk de oorlog. Nog dezelfde dag trokken de Duitse troepen België binnen, in opmars naar Frankrijk, hetgeen voor Engeland weer reden was om op 4 augustus Duitsland de oorlog te verklaren. Binnen enkel dagen stond het grootste gedeelte van Europa in vuur en vlam, verdeeld in twee vijandige kampen, namelijk de Centralen en de Geallieerden. Niet ten onrechte wordt de Eerste Wereldoorlog gekarakteriseerd als een complex van conflicten die gelijktijdig werden uitgevochten.

 

De centralen De geallieerden Neutrale landen
Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Bulgarije en Turkije Britse Gemenebest, Italië, Portugal, Romenië, Griekenland, Japan en in of na 1917 pas: de Verenigde Staten, China, Noord en Zuid Amerika. Argentinië, Chili, Denemarken, Ethiopië, Mexico, Nederland, Noorwegen, Spanje, Venezuela, Zweden en Zwitserland.

 

Neutraliteit van Nederland

De Nederlandse regering, hierin gesteund door Koningin Wilhelmina en een groot deel van de bevolking, streefde strikte neutraliteit na. Dat Nederland zich in augustus 1914 neutraal verklaarde was begrijpelijk. Net zoals België was het een klein land dat grootmachten als Duitsland, Engeland en Frankrijk als ‘buurlanden’ had. De Nederlandse krijgsmacht was te zwak om een van die mogendheden in een conflict te kunnen weerstaan. Daarom hechtte Nederland sterk aan neutraliteit en aan het internationaal recht, om de status quo te behouden. In die jaren bezat Nederland nog zijn koloniën, waaronder het uitgestrekte Nederlands-Indië. Nederland besefte dat alleen dankzij een door alle staten geaccepteerde rechtsorde die koloniën behouden konden blijven. In 1899 en in 1907 waren (niet toevallig) in Den Haag vredesconferenties gehouden. Als resultaat van de tweede vredesconferentie werd in Den Haag het Vredespaleis gebouwd en in 1913 officieel geopend. Dit internationaal gerechtshof was bedoeld om internationale conflicten op vreedzame wijze te beslechten. De Nederlandse neutraliteitsverklaring paste in een traditie.

DE N.V. ROTTERDAMSCHE LLOYD TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

De Rotterdamsche Lloyd-vloot in 1918

Mail-schepen ……….(8) Carga-schepen ……….. (31)
ss Goentoer

ss Kawi

ss Insulinde

ss Rindjani

ss Sindoro

ss Tabanan

ss Wilis

ss Patria

………………………………………………..

ss Arakan, ss Bandoeng, ss Besoeki, ss Birma, ss Buitenzorg, ss Ceylon, ss Deli, ss Djebres, ss Djember, ss Djocja, ss Garoet-1, ss Gorontalo, ss Jacatra, ss Kediri, ss Madioen, ss Malang, ss Medan, ss Menado, ss Merauke, ss Samarinda, ss Sitoebondo, ss Soerakarta, ss Ternate, ss Blitar-1, ss Bondowoso, ss Djambi, ss Kertosono-1, ss Palembang, ss Soekaboemi, ss Tosari, ss Marken.

…………………………………………………..

 

De Thuisreis van de Djocja en de grote problemen bij het neutraalblijven – 1914

ss Djocja in neutraliteits uitvoering

 

Neutraal blijven vóór en tijdens de eerste wereldoorlog was voor een gezagvoerder een méér dan moeilijke opgave. Lees hier hoe een Lloyd Kapitein daar, soms op het randje af, toch in slaagde.

 

Engelse schepen te Port Said wachten uit vrees voor een ontmoeting met het ss Emden

het ss Emden

Von Mucke, 1e officier van het ss Emden

Colombo haven – Ceylon

 

Het ss Djocja te Batavia

De haven van Kirkwall – Engeland

 

Het ss Sindoro als hospitaalschip – 1918

ss Tambora in Port Said

ss Tambora – Vlnr. Roerganger – Kapitein – Suez Loods op de brug achter de zandzak barricade – 1915.

DE N.V. ROTTERDAMSCHE LLOYD NA DE EERSTE WERELDOORLOG

Toen de kruiddampen van de Eerste Wereldoorlog waren opgetrokken en de zee weer ‘Mare Liberum’ was, stond de Rotterdamsche Lloyd gereed om, de tijdens de oorlogsjaren opgebouwde goederenreserves, weer te gaan vervoeren. Vanaf de zeiltijd was het traditie van de redersfamilie Ruys de rederij niet te beperken tot de vaart tussen Nederland en Nederlands Indië.

De rood-wit-blokkenvlag van oprichter Willem Ruys J.D.zn. wapperde over alle wereldzeëen en zo moest het blijven! Voorwaarde daartoe was echter dat de vloot weer ter beschikking zou komen en juist daaraan haperde het nogal in de jaren direct na de oorlog. Allereerst waren een aantal van de Lloydschepen door de Amerikaanse en Engelse regeringen ingevorderd. Als eerste schip werd het ss Deli pas in 1919 teruggeleverd.

Het vorderen van Lloydschepen door de Nederlandse regering voor de aanvoor van levensmiddelen en kolen was uit het oogpunt van landsbelang volkomen begrijpelijk, maar het feit dat deze vorderingen zelfs tot in 1920 duurden, vormden een grote hinderpaal bij het opbouwen van de lijndiensten. Geen wonder dat de afvoer van de, tijdens de oorlog opgestapelde, goederen grote vertraging opliep.

Na de stagnatie veroorzaakt door de oorlog was begrijpelijkerwijs het aanbod van passagiers voor de mailschepen, op zowel uit- als thuisreis naar Nederlands Indië zeer groot geworden en overtrof de beschikbare accomodatie. Hierdoor werd in allerijl besloten om, met opoffering van laadruimten, nood-passagiersaccomodaties op mail en vrachtschepen aan te brengen.